Tijd om zo vlak voor onze vakantie nog maar even in de pen te kruipen. Een pittige tijd waarin vermoeidheid de kop op stak, misschien wel juist doordat de structuur na die intelligente lockdown weer kon worden hervat. Alsof er ruimte ontstond om ook even moe te zijn na die hectische tijd. Gelukkig krabbelen we beide, zowel Luuk als ik, weer langzaam op en kunnen we straks genieten van onze vakantie (vanaf 17 augustus). Deze zal vooral bestaan uit dagjes weg en genieten vanuit de tuin, maar heerlijk met zijn vieren. Na de vakantie kunnen we weer fris en fruitig aan de slag en volgt er voor mij een intensieve studieperiode met wat minder ‘werk’ ernaast.
In juni volgde ik nog twee cursusdagen met betrekking tot Motiverende Gespreksvoering (MGV), Twee enorm inspirerende, en vooral praktische dagen, waarin zelfs de gespreksvaardigheden werden geoefend met een acteur (ook dat kan via Zoom!). Je eigen gespreksvaardigheden onder de loep nemen en ontdekken waar je valkuilen, verbeterpunten, maar ook waar je kracht zit. Het is ingewikkeld om zo’n praktisch thema op papier te krijgen dus volsta ik hieronder met de voor mij belangrijkste punten die ik nu in gespreksvoering zoveel mogelijk probeer toe te passen. Lees je mee?
- MGV gaat uit van een gidsende gespreksstijl. Het is een middenweg tussen sturen en volgen. MGV werkt samen met de cliënt en bevestigd zijn/haar autonomie. “Jij weet wat je wil en ik kan je daarbij helpen.”
- De basisvaardigheden: open vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen en samenvatten zijn essentieel.
- Alles wat jij als behandelaar doet heeft effect op de cliënt. Een verzorgd uiterlijk, een opgeruimde tafel, op de hoogte van highlights uit de voorgaande sessies etc. Alles draagt bij aan hoe serieus een cliënt zich genomen voelt en is de start van de verbinding.
- Er bestaat geen weerstand, want dat is een eenzijdig proces. De reactie van een cliënt is het gevolg van jouw houding of jou manier van communiceren en ontstaat dus in relatie tot jou. Hierdoor kan er wel wrijving ontstaan en is het de verantwoordelijkheid van jou als hulpverlener daar iets mee te doen. Pas je houding, of gespreksstijl aan, zodat ook de cliënt mee verandert.
- Reflectief luisteren is van belang om steeds opnieuw weer in contact te komen. Het is meer dan samenvatten van hetgeen iemand vertelde of vragen naar welk gevoel iets de cliënt gaf. Als iemand bijvoorbeeld vertelt dat hij in het bos hardliep en er continu iemand kort achter hem bleef lopen kun je vragen: Was je bang? In de MGV is het van belang zoveel mogelijk ‘ja’ antwoorden te krijgen, omdat elke Ja zorgt voor verbinding tussen jou als behandelaar en de cliënt. Het volgende voorbeeld illustreert een MGV-benadering:
Client: Ik liep in het bos en er liep continu een onbekende heel dicht achter mij.
Behandelaar: Dat moet beangstigend voor je zijn geweest. (je vraagt dus niet, maar doet al een aanname)
Client: Ja
Behandelaar: Want je wil gewoon veilig in het bos lopen.
Client: Ja
Naast de gevoelsreflectie voeg je een persoonlijke behoefte toe die onderliggend doorschemert uit het verhaal van de cliënt. Je wacht bewust na de gevoelsreflectie even op een ‘Ja’ en voegt die persoonlijke boodschap er niet direct achteraan. Twee keer een ‘ja’ zorgt immers voor het feit dat de cliënt zich meer gehoord en begrepen voelt en dus voor meer verbinding. - Doordat je niet checkt/vraagt naar hoe een cliënt zich voelde kun je met de gevoelsreflectie ook de plank misslaan. Echter kun je op zo’n moment altijd herstellen door bijvoorbeeld te zeggen: “ow dan heb ik dat verkeerd ingeschat. Wat bedoelde je dan?” Je laat hiermee ook zien dat je niet ‘onschendbaar’ bent en fouten maakt en op het vervolgantwoord van de cliënt is weer nieuwe gelegenheid voor het creëren van ‘Ja’s’ en dus verbinding.
- Stel open vragen en vermijd zoveel mogelijk vragen waar een kort antwoord op mogelijk is. Naast ja, nee vragen dus ook vragen waar een antwoord als bijvoorbeeld ‘Goed’ kan volstaan. In plaats van een vraag als: “Hoe ging het deze week met de oefeningen?” kun je ook vragen: “Vertel me eens hoe het ging met oefenen deze week”? Deze laatste vraagt stimuleert over het algemeen een uitgebreider antwoord dan de eerste vraag.
Let op: stel je vragen waar Nee een antwoordoptie is, respecteer deze dan ook. Als je vraagt: Heb je geoefend deze week? En de cliënt antwoord met Nee, pak dit dan niet als een aanleiding om te preken over dat dit wel moet. De verbinding is dan weg. Vraag dus ook geen toestemming voor dingen die je ‘moet’ bespreken. Als een cliënt namelijk Nee zegt, moet je het toch doen en ook dan raak je uit contact. - Als er toch sprake is van wrijving of de cliënt blijft in behoudtaal spreken (ik vind het wel goed zoals het nu is) kun je daar op verschillende manieren mee omgaan. Binnen een gesprek kun je deze technieken door elkaar gebruiken en merk je vanzelf welke manier het beste bij een cliënt past. Bewerk wrijving altijd en negeer of parkeer het niet!
- De versterkte reflectie: Deze kan ingezet worden als een cliënt zegt dat er geen probleem is en alles goed gaat (terwijl je weet dat andere betrokkenen dit anders zien). Op een vrij overdreven toon kun je benoemen: “Er is dus GEEN ENKEL probleem. Echt ALLES gaat goed..” Op deze manier brengt de cliënt vaak nuance aan en ligt daar mogelijk een opening.
- Dubbelzijdig reflectie: Als een cliënt een dubbele boodschap brengt herhaal je die. “Aan de ene kant geeft het roken je ontspanning, tegelijkertijd wil je vanwege je gezondheid graag stoppen.” Let op: gebruik hierbij nooit het woordje MAAR. ‘Tegelijkertijd’ of ‘En’ zijn prima alternatieven.
- Blikrichting veranderen: leidt af, maar houdt wel je doel voor ogen.
- Herkaderen: gaat om het positief heretiqueteren op dat wat iemand zegt. Als een cliënt klaagt dat het huiswerk moeilijk was, maar het wel af heeft kun je bijvoorbeeld zeggen: “Het klinkt alsof het een uitdaging voor je was (wacht op een ‘ja’) en dan vervolg je met “Je bent wel een doorzetter”.
- Instemmen met een draai: Je geeft een gevoelsreflectie en stelt vervolgens een open vraag. Als een cliënt aangeeft dat het contact met een van zijn ouders helemaal geen zin heeft zou je kunnen zeggen: “het is op deze manier zinloos, Wat zou het contact voor jou wel nuttig maken?”
- Autonomie benadrukken: Cliënten hebben soms het gevoel dat hen opgelegd wordt wat ze moeten doen of dat wij als behandelaar per definitie denken te weten wat het beste voor hen is. Soms kunnen uitspraken als: “jij gaat niet bepalen wat ik moet doen” aan de orde zijn. Hierop kun je reageren met: “Nee natuurlijk niet, jij bepaalt dat uiteindelijk zelf”.
- Verandertaal kun je stimuleren door een cliënt te laten uitweiden door vragen te stellen als: Vertel eens, en hoe dan? Vraag naar uitersten, blik terug naar een periode zonder het probleem en laat de cliënt vanuit daar weer naar voren kijken. Wat als dat weer haalbaar was? De belangenliniaal is een handig hulpmiddel om in te zetten. Als de cliënt zijn motivatie om iets te veranderen op een 6 schat activeer je door te vragen: “dus geen 8?” juist behoudtaal. Als je naar de verandertaal wil is het handiger te vragen: “dus geen 5, vertel eens..?” Op deze manier stimuleer je verandertaal. Datzelfde geldt voor de beslisbalans, waarin je start met de voordelen van ‘het negatieve gedrag’, maar hier ga je weinig op in. Als je vervolgens naar de minpunten hiervan gaat laat je hem/haat uitweiden door open vragen te stellen en actief door te vragen.
- Tast af in welke fase van gedragsverandering de cliënt zit. Ga niet te snel, want dan raak je uit verbinding en dus uit contact. Als een cliënt binnen komt met een onderwerp wat hem hoog zit, maar niet direct aansluit bij de doelen van de behandeling, sluit dan toch aan. Vanuit verbinding kun je verder praten en uiteindelijk vanzelf ook weer gidsen richting zijn/haar doelen.
- Trap niet in valkuilen door te preken en te adviseren. Laat ze door de juiste vragen te stellen zelf tot inzicht komen en het advies formuleren. Er ontstaat op deze manier veel meer draagvlak. Wil je wel iets vertellen over instandhoudende factoren of over het ontstaan of de gevolgen van de klachten. Vraag hier dan expliciet toestemming voor. Goh, ik merk dat je je hier zorgen over maakt, mag ik je daar iets over uitleggen? Bij een ja praat je namelijk weer uit verbinding.
- Heb altijd oog voor de rol/invloed van ouders/het systeem en neem ouders mee in de gedragsverandering door vragen te stellen als: uw kind ‘moet’ veranderen, maar wat betekent dat voor u? etc.
- Heb aandacht voor dat het een keer mis kan gaan, geef dat vanaf het begin mee, en heb ruim voor het einde van de behandeling aandacht voor een terugvalpreventieplan.
- Neem je een cliënt over van een collega en loop je vast in het traject. Bekijk dan nogmaals samen de doelen. Zijn deze via principes van MGV opgesteld en sluiten ze aan bij de wensen van de cliënt? Zo niet, pas ze dan samen aan. Vraag bij overname van een cliënt ook altijd aan de collega wat prettig is aan hem/haar en wat al goed gaat, zodat je dit de cliënt ook terug kan geven.
Een heel lijstje met punten die mij heel bewust hebben gemaakt van mijn aandeel/houding in de behandelingen. Met name bij pubers en ouders kan ik bovenstaande technieken nog veel meer inzetten. Een kunst op zich om gesprekken op deze manier in te richten, maar zeer efficiënt als het lukt. De volgende drie zinnetjes heb ik inmiddels als een soort geheugensteuntje op het toetsenbord van mijn laptop geplakt: “Blijf in verbinding, herken en bewerk wrijving, activeer verandertaal”. Een boekentip voor de geïnteresseerden is met stip wel: Motiverende gespreksvoering, mensen helpen veranderen (2014) van Miller en Rollnick. De theorie is helder omschreven in combinatie met uitgewerkte praktijkvoorbeelden.
En dan een foto ter illustratie bij het thema van dit blog ‘de kracht van verbinding’. Dan kan een foto van mij en mijn vriendinnen niet ontbreken. Een vriendschap van onschatbare waarde die al ruim 10 jaar standhoudt. Een verbinding die ondanks de reisafstand nog altijd blijft bestaan. Een verbinding die met de jaren intenser en waardevoller wordt. Dank daarvoor!
“Blijf in verbinding, herken en bewerk wrijving, activeer verandertaal”